Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alleen het land [29]der priesteren kocht hij niet, want de priesters hadden een bescheiden deel van Farao, en zij aten hun bescheiden deel, hetwelk hun Farao gegeven had; daarom verkochten zij hun land niet. 29. Versta, zulke personen, die van den godsdienst en de wijsheid der Egyptenaars hun werk hadden, die, daar zij hun onderhoud van den koning ontvingen, hun land niet behoefden te verkopen. Eenigen zetten het over ambtlieden, omdat het Hebreeuwse woord [doch zelden] dit betekent. Zie boven, hfdst.41 vs.45.